ECCA ontwikkelt eigen methode om PFAS op te sporen in voeding
“Waakzaamheid is geboden: PFAS-problematiek waarschijnlijk breder vertakt dan Zwijndrecht”
Sinds de commotie in Zwijndrecht heeft iedereen plots de mond vol van PFAS en PFOS. ECCA, één van de grootste onafhankelijke laboratoria van het land, verwacht dat de PFAS-problematiek de komende maanden en jaren acuut blijft. Daarom ontwikkelde het een eigen methode om PFAS te analyseren en te detecteren in voeding.
Zoals intussen bekend is PFAS een verzamelnaam voor een groep gefluoreerde verbindingen die water, vuil en vet afstoten. PFOS is een component binnen deze groep. PFAS verspreiden zich via de lucht en het water, maar ze vinden ook hun weg naar onze voedselketen, zo legt labmanager Stefan De Vriese uit: “PFAS zijn moeilijk afbreekbaar en stapelen zich via de omgeving op in levende organismes (nvdr. de zogenaamde bioaccumulatie). Het gevolg is dat je ze in hogere concentraties terugvindt in voedselsoorten aan de top van de voedselpiramide (zoals vis, vlees, eieren, …). In tegenstelling tot vele andere contaminanten nestelen ze zich in het eiwit, om vervolgens hun weg naar onze spiermassa te vinden.”
Eigen methode om voeding te analyseren
Een belangrijke stap in het aanpakken van het PFAS-probleem is het in kaart brengen van de vervuiling. Daarom ontwikkelde ECCA een methode om PFAS in voeding te analyseren. Stefan De Vriese licht toe: “Om PFAS op te sporen in de bodem of in water, wordt gewerkt met voorgeschreven methodes vanuit het VITO (nvdr. Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek). Omdat de wetgeving rond PFAS nog in haar kinderschoenen staat, bestaat zo’n erkende methode echter nog niet voor het analyseren van PFAS in voeding. Daarom hebben we de afgelopen weken hard gewerkt aan een nieuwe methode. Zonder het al te technisch te maken, komt het erop neer dat je een methode valideert door stalen te injecteren met een gekende concentratie. Intussen staat onze analysemethode voor voeding op punt. Eén van de volgende dagen verwachten we de accreditatie (nvdr. formele goedkeuring) om van start te kunnen gaan.”
Nog PFAS-hotspots?
ECCA verwacht dat de afkorting PFAS de komende jaren nog vaak zal opduiken. “Het probleem wordt momenteel verengd tot Zwijndrecht. Maar de toepassingsgebieden van PFAS zijn heel ruim: je vindt de stoffen terug in bijvoorbeeld textiel en vuurbestrijdingsschuimen, maar ook in kookgerei of schoonmaakmiddelen. Anderzijds zijn het hardnekkige stoffen, die zich zowel via de lucht, het water als de voeding verspreiden. We verwachten dat probleem zich daarom verder vertakt dan de vervuilde regio zelf. Waakzaamheid voor andere PFAS-hotspots is geboden”, is de inschatting van gedelegeerd bestuurder Tom Benijts.
PFAS vormen een gevaar voor zowel mensen als dieren: “Onderzoek toont aan dat PFOS (en andere PFAS) het risico op kanker verhogen en schade kunnen aanrichten aan de lever, het immuunsysteem en de voortplantingsorganen. We verwachten dus dat de wetgeving zal verstrengen en dat iedereen extra waakzaam zal worden hiervoor. De bestaansreden van ECCA is dat we de gezondheid van mens dier willen beschermen, door onze wetenschappelijke inzichten te delen. Door water, bodem en voeding te analyseren, helpen we mee het PFAS-probleem oplossen”, zo besluit Tom Benijts.